Het is, volgens een onderzoek van I&O Research, de nummer twee van belangrijke verkiezingsthema’s. Veiligheid, criminaliteit en openbare orde. Kiespijn zou Kiespijn niet zijn als we ook niet ergens een beetje de diepte in duiken. Dus vragen wij ons af: Wie voelt zich niet veilig? Waar voelen zij zich niet veilig over? Is dat gevoel terecht en wat kan de gemeenteraad hieraan doen?

Vijftigplusser en de VVD

Wat direct opvalt bij het bekijken van de cijfers achter de I & O Research cijfers is dat twee groepen grotendeels verantwoordelijk zijn voor het feit dat ‘Veiligheid, criminaliteit en openbare orde’ zo hoog op de lijst met verkiezingsthema’s staat. Waar iemand onder de 34 zich nog het meest druk maakt om duurzaamheid, wonen en natuur verovert vanaf 35 jaar veiligheid de 2e plek. 27,6% van de vijftigminners vindt veiligheid, etc. belangrijk. Bij vijftigplussers scoort het thema zelfs 40%, wat het gemiddelde behoorlijk opdrijft.

Daarnaast vindt maar liefst 58% van de VVD stemmers veiligheid het belangrijkste verkiezingsthema (betaalbaar wonen scoort bij de VVD’er van alle partijen het laagst) waarmee zij met kop en schouder boven de andere partijstemmers uitsteken (D66 stemmers staan op twee met 40%).

Vorig jaar was, volgens Ipsos, de helft van de VVDstemmers vijftig jaar of ouder. Slechts 22% was onder de 34. Als de VVD het heeft over ‘Normaal. Doen.’ hebben zij het dus niet over een basisbehoefte als wonen voor iedereen toegankelijk maken maar over 35plussers een veilig gevoel geven.

Archief: Bart Boomer duikt weg voor belasting, de interwebs en mensen met een enge kleur.

Is er iets om bang voor te zijn,

Maar wat zorgt dan voor dat gevoel van onveiligheid? Daar doet consultancybureau Capgemini, al elf jaar lang, jaarlijks onderzoek naar. Twee dingen vallen in hun verslag over 2021 direct op: Waar 35plussers veiligheid een belangrijk verkiezingsthema vinden zijn het juist de 29minners die zich het vaakst onveilig voelen.

Mannen en 65plussers geven daarentegen op alle drie de domeinen (thuis, op straat en online) het vaakst aan zich veilig te voelen. Voelde daarnaast in 2010 nog 33% van de Nederlanders zich wel eens onveilig, in 2021 is dat gestegen naar 39%. Een afname vergeleken met een jaar eerder. Vóór de coronapandemie was dit cijfer namelijk 45%. Dat kan samen hangen met het feit dat de meeste mensen zich thuis veilig voelen. Tijdens de pandemie zaten we immers veel thuis.

De meest onveilige plek is volgens alle leeftijdscategorieën verrassend genoeg de online wereld. Maar het verschil met ‘op straat’ is nihil (0,1punt). Online is men het meest angstig voor een virus of phishing. Op straat voelt 36% zich het angstigst op plekken waar groepen mensen rondhangen.
Het gevoel van onveiligheid is de afgelopen jaren het hardst afgenomen in Rotterdam (grootste partij Leefbaar Rotterdam), Heerlen (SP) en de provincie Zeeland (diverse lokale partijen).

Archief: een straatbende staat klaar om onschuldige voorbijgangers helemaal de moeder te phishingen.

buiten de angst zelf?

Zijn de gevoelens van onveiligheid terecht? Wie de misdaadcijfers van de afgelopen jaren op cbs.nl erbij pakt ziet meteen van niet. De misdaad in Nederland is de afgelopen tien jaar met een derde gezakt. Dat is flink. Heel flink en staat bovendien haaks op het toegenomen gevoel van onveiligheid.

De misdaden die wèl fors zijn toegenomen (sommige zijn zelfs vertienvoudigd) zijn internet- en computergerelateerde misdrijven. Die gevoelens van onveiligheid kunnen we dus terecht noemen.

Geweldsdelicten en seksuele misdrijven zijn de afgelopen tien jaar met 31,5% afgenomen. Onder dat type misdrijven valt echter ook stalking (+16%), verkrachting (+22%), ontucht met misbruik van gezag (+24%) en mensenhandel/smokkel (+3%). Vier types misdaad die juist zijn toegenomen.

Op ontucht na, zin dit allen misdrijven waarvan het slachtoffer (dank u sociaalcultureelplanbureau) meestal een vrouw tussen de 15 en 45 jaar is. Daarnaast ervoeren twee op de drie jonge vrouwen tussen de 12(!) en 25 in 2020 straatintimidatie. Dit kan variëren van de minst als bedreiging ervaren vorm; nagefloten worden (dit overkomt zo’n 50% van de jonge vrouwen) tot de meest bedreigende; achterna gelopen worden (25%).

1,6 op de 10 vrouwen tussen de 15 en 25 jaar is dus wel eens op een dreigende manier achtervolgt. Onverwachts zijn de meeste slachtoffers van cybercrime de afgelopen jaren óók jonge vrouwen (15 tot 25 jaar) op de voet gevolgd door jonge mannen (15 tot 25 jaar).

Maar er is meer.

In 2019 dook onderzoeksplatform investico in de dalende misdaadcijfers. Wat blijkt; een groot deel van de afnemende cijfers komt niet door afnemende misdaad maar door gesjoemel van de politie met de boekhouding. Dat gesjoemel begon in 2002. Toen een kabinet bestaande uit CDA, VVD en LPF besloot dat Nederland in acht jaar tijd 25% veiliger moest worden.

Hun oplossing? De politie prestatieafspraken opleggen en de diverse korpsen voor een financiële beloning onderling laten concurreren voor de beste cijfers. Vervolgens werden 250 van de 500 Nederlandse politiebureaus gesloten dankzij een kabinet bestaande uit VVD en PVDA in 2014. Iets wat het doen van aangifte voor veel mensen dusdanig moeilijk maakt, dat zij dit maar niet meer doen. Hetzelfde kabinet verplichte in 2017 digitaal aangifte doen met DigiD. Dat jaar waren er vervolgens zonder aantoonbare reden liefst veertigduizend aangiftes minder dan het jaar ervoor…

Investico: “Agenten bekennen aan ons dat ze regelmatig, gedwongen door capaciteitsgebrek of orders van hun chef, strafbare feiten buiten de boeken houden. Ze ontmoedigen het doen van aangifte, gebrekkige systemen dwingen ze tot ‘creatief boekhouden’ bij het registreren van misdrijven, en, het meest schrikbarend; cijfers worden op talrijke manieren gemanipuleerd.

Sommige ondervraagden zeggen dat ze, in plaats van het helpen van burgers, werken ‘voor de carrière van de chef’, “alles om mooie cijfers bij de korpsleiding te kunnen laten zien.” Het hele artikel is een beerput en het lezen waard, voor nu houden we het hier bij één van de conclusies uit het stuk:

Politieke partijen (met name de VVD) koketteren met de door hen behaalde dalingen in de misdaadcijfers. In hoeverre deze cijfers echter daadwerkelijk zijn afgenomen is door het bewust sjoemelen moeilijk te bepalen. In 2019 probeerde Lilian Helder (PVV) opheldering van de kamer te krijgen. Zij strijdt hier al jaren voor. Helder diende meerdere malen een motie in waarin zij het ministerie van veiligheid & justitie oproep het gesjoemel met de misdaadcijfers aan te pakken. In 2019 werd haar motie voor de zoveelste keer verworpen. Ongeacht wie er in het kabinet zit, stemmen de zittende partijen keer op keer tegen. Eenmaal in de oppositie stemmen ze (CDA, PVDA & D66) weer voor.

Dat de daders kleiner worden betekend nog niet dat de misdaadcijfers hetzelfde doen.

Dus?

We weten niet precies hoe veilig we zijn. Ondertussen lijden politie en justitie onder de bezuinigingen die door de verdraaide misdaadcijfers op hun neerdalen. Dit is te wijten aan het beleid van het CDA, D66, PVDA, ChristenUnie, LPF en de VVD. Die laatste is een partij die dezelfde verdraaide cijfers tijdens verkiezingen gebruikt om zich aan hun achterban te presenteren als dè partij voor veiligheid. Next level kiezersbedrog. De VVD stemmer vindt veiligheid namelijk superbelangrijk.

Wat we wel weten is waar we ons het minst veilig voelen. Dat is bij onbekende groepjes mensen op straat, en in het algemeen online. Wie zijn op deze plekken het minst veiligst? Jonge vrouwen. Jongeren zijn sowieso vaker slachtoffer van een misdrijf dan ouderen. Voelen zij zich echter ook zo onveilig dat zij veiligheid een belangrijk verkiezingsthema vinden? Nee. Jongeren willen vooral wonen.

Blijft er een vraag over: Wat kan de gemeenteraad aan veiligheid, criminaliteit en openbare orde doen?

Eén gedachte over “Hoe veilig zijn we eigenlijk?”
  1. […] Wat betreft de openbare ruimte dragen zo een beetje alle partijen dezelfde ideeën aan. Meer camera’s en meer BOA’s. Beide klinken dan ook meteen als een logische oplossing. Maar zijn zij dat ook? Zowel de politieacademie (in 2009) als de autoriteit persoonsgegevens (in 2003) deden metastudies naar de effectiviteit van cameratoezicht. De studies zijn oud maar we moeten het er mee doen. Recentere Nederlandse studies focussen zich niet meer op de effectiviteit van cameratoezicht maar juist op de botsing van cameratoezicht met privacy. En dat is ergens maar goed ook. Recentere studies zouden namelijk kunnen zeggen dat de misdaadcijfers afnamen terwijl het cameratoezicht toenam. Waar wij inmiddels weten dat de afname in misdaadcijfers waarschijnlijk toe te schrijven is aan gesjoemel bij de politie. […]

Reacties zijn gesloten.