Cees de Beer (31) is een jonge kerel. Oprichter van avonden met literatuur, hip-hop en spoken word. Nachtburgemeester in coronatijd en nu verkiesbaar voor een lokale partij in Nijmegen. Niet ergens onderaan de lijst, als bekende naam om jongeren te trekken. Nee, Cees staat op een serieus verkiesbare plek en de kans dat hij in de raad komt is groot. Waar mensen van zijn leeftijd meestal de politiek in gaan bij lokale afsplitsingen van landelijke partijen kiest Cees bewust voor een echte lokale partij. Op de nieuwe socialistische partijen in Amsterdam, Rotterdam & Utrecht en de overwinning van Jong Maashorst na een unicum (de gemiddelde leeftijd van politici in lokale partijen is 56,6 jaar). Kiespijn vroeg Cees dan ook: waarom? Lees hieronder zijn antwoord.
Het was vlak na de oorlog (in de huidige tijd moet ik hier Tweede Wereldoorlog bij zetten)
toen mijn opa besloot om de politiek in te gaan. Hij is helaas gestorven toen ik jong was,
waardoor ik hem nooit echt heb gekend, slechts uit de verhalen van mijn moeder. Mijn opa
was actief voor de KVP en later het CDA. Christelijke partijen, zoals dat gebruikelijk was in
Limburg. Mijn moeder vertelde altijd vol trots over haar vader: hij stond misschien vaker in
de krant dan dat hij thuis was, maar iedereen kende hem en spraken vol lof over hem. Zo
zorgde hij voor goede, betaalbare woningen, die hard nodig waren vanwege de woningnood.
Hij werd door zijn eigen partij niet altijd even gewaardeerd, omdat hij soms té sociaal was
voor de partij, maar de mensen wisten hem altijd weer te vinden. Een sociaal hart en je
inzetten voor anderen, dat is waar hij voor stond.
Ik was 11 jaar toen Pim Fortuyn opkwam en neerging. Het was net op de leeftijd dat ik me
voor de buitenwereld ging interesseren. Pim Fortuyn trok veel aandacht en trok zo mijn
aandacht voor politiek. Het was in dezelfde fase dat ik mij ging verdiepen voor religie, wat
heel lang leidend is geweest in de politiek. Ik was zoekend in het vormen van een politieke
mening, maar tegelijkertijd wist ik in mijn zoektocht naar religie één ding zeker: ik ga niet in
de voetsporen van mijn opa treden bij het CDA. Daarnaast mist het CDA het sociale
karakter, iets waar mijn opa ook vaker tegenaan liep. Mijn boekenkast vulde zich langzaam
met politieke boeken in plaats van romans en keek ik geen kattenfilmpjes maar liever het
lijsttrekkersdebat van 1986 terug. Daar wilde ik later ook wel een keer staan.
De politiek ingaan was geen droom, maar wel iets wat ik altijd graag zou willen doen.
Meepraten en meebeslissen wat het beste voor mijn omgeving is. Mijn omgeving is het
belangrijkst voor mij, want als mijn omgeving gelukkig is dan ben ik gelukkig. Daarom wil ik
graag iets in de gemeentepolitiek doen. Hier kun je echt iets betekenen voor de mensen
waar je direct mee te maken hebt en die je gewoon op straat tegenkomt. Ik had voor mezelf
al een pad uitgestippeld. Ik wilde in drie publieke sectoren gewerkt hebben: zorg, cultuur en
onderwijs. De eerste twee zijn mij gelukt, de derde heb ik slechts als workshopdocent
bezocht en vooral kennis opgedaan over jeugd en jongeren en minder over het systeem wat
erachter schuilgaat. Toch acht ik mij rijp voor de politiek, nu ik mezelf nog vier jaar als
jongere mag beschouwen.
De keuze voor een politieke partij vond ik lastig. De meeste lokale partijen zijn lokale
afdelingen van landelijke partijen. Dat zie ik niet zitten. Vaker niet dan wel ben ik het eens
met wat landelijke partijen voor beleid voeren en keuzes maken. Landelijk heb ik lang
zweverig op de linkerkant gezeten. Dan houdt je lokale partijen over. Zij hebben te vaak nog
een volkskarakter: het was vroeger altijd lachen, gieren, brullen als we de commercial van
Jo Janssen voorbij zagen komen.
Toen Stadspartij Nijmegen op mijn pad kwam, raakte ik toch vrij snel overtuigd. Ik zag in
deze partij wat lokale politiek voor mij inhoud. Binnen de Stadspartij zijn we al een
microsamenleving: het landelijke stemgedrag gaat van links tot rechts, de genoten
opleidingen gaan van alleen basisschool tot universiteit, verschillende kleuren van de
regenboog, validen en minder mindervaliden, bekende en onbekende Nijmegenaren en ga
zo maar door. Er is iets wat ons bindt: wij willen het beste voor Nijmegen en de
Nijmegenaren. Dus ook jongeren. De politiek is altijd een plek waar jongeren nog te vaak
vergeten worden. In mijn werk, op straat of in een maatschappelijke functie zie ik dat nog te veel gebeuren. Het is tijd dat jongeren een grotere stem krijgen in de politiek. Het gaat over
onze toekomst.
Mijn opa was langstzittend raadslid in Venlo. Zo’n veertig jaar lang, op welke plek ze hem
ook op de lijst hadden gezet, wist hij een zetel in de gemeenteraad te bemachtigen. Ik weet
niet of ik het veertig jaar vol ga houden, maar hoop wel dat de mensen over mij gaan praten
zoals ze over hem spraken. Ik heb nu gekozen om de eerste stap te zetten. Ik heb besloten
om mezelf kandidaat te stellen namens de Stadspartij, omdat ik haar visie op Nijmegen
onderschrijf en dat ik de ruimte krijg om invulling te geven aan die visie op verschillende
zaken, voornamelijk gericht op jongeren. Zo kan ik strijden voor zaken waar ik achtersta en
belangrijk vind. En nog belangrijker: dat dit gedeeld en uitgedragen wordt door de partij.
Samen met de Stadspartij wil ik gaan strijden voor een trotse, sociale en vrije stad waarin we
no-nonsens beleid voeren.
[…] lijsttrekker is (verrassing!) een witte man van 56 en een half jaar oud (hier schreven we eerder kort over). De meest voorkomende namen onder de lijsttrekkers van de 34 partijen waren Henk en Jan (beide […]
[…] eigenbelang zitten (zoals Hart voor Den Haag) en aan de andere kant zijn er partijen (zoals die van Cees) die een weerspiegeling van de bewoners in de stad willen zijn en intern veel compromis sluiten […]
[…] ja; goeie stukken over het bouw-dilemma en zo. Tof. En En zelfs een ingezonden bericht van een inmiddels raadslid. Tenminste, hele installatie en zo moet natuurlijk nog gebeuren, maar hij zit er toch maar mooi in. […]