Het is, volgens een onderzoek van I&O Research, de nummer twee op de lijst belangrijkste verkiezingsthema’s: Veiligheid, criminaliteit en openbare orde. Vorige week bekeken we op Kiespijn wie toch de mensen zijn, die zich zo onveilig voelen, wáár zij zich niet veilig voelen, en of dat gevoel terecht is. Het bleek een beerput van gemanipuleerde cijfers waar de partijen die het meest met veiligheid op claimen te hebben juist verantwoordelijk voor zijn en bleken de statistisch meest veilige mensen, veiligheid het belangrijkst vinden. Één vraag bleef echter liggen. Wat kan een gemeente aan veiligheid, criminaliteit en openbare orde doen?
Om maar meteen met de deur in huis te vallen; aan de plek waar de meeste mensen zich het onveiligst voelen, de online wereld, gaat de gemeenteraad helemaal niks doen. Ze kunnen ervoor zorgen dat hun eigen website niet lek is, misschien de politie wat aansturen (daarover later meer) maar daar houdt t wel zo een beetje op. Voor dit stuk focussen wij ons dan ook op die andere enge plek. De openbare ruimte.
Goedendag Winston Smith
Wat betreft de openbare ruimte dragen zo een beetje alle partijen dezelfde ideeën aan. Meer camera’s en meer BOA’s. Beide klinken dan ook meteen als een logische oplossing. Maar zijn zij dat ook? Zowel de politieacademie (in 2009) als de autoriteit persoonsgegevens (in 2003) deden metastudies naar de effectiviteit van cameratoezicht. De studies zijn oud maar we moeten het er mee doen. Recentere Nederlandse studies focussen zich niet meer op de effectiviteit van cameratoezicht maar juist op de botsing van cameratoezicht met privacy. En dat is ergens maar goed ook. Recentere studies zouden namelijk kunnen zeggen dat de misdaadcijfers afnamen terwijl het cameratoezicht toenam. Waar wij inmiddels weten dat de afname in misdaadcijfers waarschijnlijk toe te schrijven is aan gesjoemel bij de politie.
Uit de onderzoeken blijkt dat cameratoezicht een beetje helpt. Voornamelijk tegen straatovervallen. Cameratoezicht helpt bovenal met het vergroten van een gevoel van veiligheid bij burgers. Dit gevoel heeft echter een donkere keerzijde. Meer camera’s betekend meer video-opnames van misdrijven. Laat het zien van dit soort beelden er nu juist voor zorgen dat burgers zich onveiliger gaan voelen en racistischer worden (vies veel studies). Daarnaast komen meer en meer camera’s inclusief ingebouwde datalekken uit China. Het beste wat een gemeente kennelijk kan doen is dus nepcamera’s ophangen. Geen gedoe met privacy en een stuk goedkoper.
En de BOA dan?
Dan is er nog dat andere gouden ei. De BOA, of specifieker gezegd de BOA binnen domein 1 openbare ruimte, we hebben het hier immers niet over boswachters of treinconducteurs. In de volksmond beter bekend als Playmobilpolitie. Deze BOA winnen enorm aan populariteit sinds gemeentes steeds minder sturing aan de politie kunnen geven.
Ruud Kuin, voorzitter van de Nederlandse Boa Bond tegen Turbantia: „Het lokale gezag heeft steeds meer verantwoordelijkheid gekregen op het gebied van openbare orde, maar minder te vertellen doordat de politie op grotere afstand staat. Dan is het fijn dat je een groep hebt die je zelf kunt inzetten.” Met jaren van steeds hardere bezuinigingen op politie en justitie (door politieke partijen die roepen veiligheid hoog in het vaandel te hebben) lijkt de BOA, ondanks zijn beperkte mogelijkheden, een ideaal lapmiddel geworden. Meer BOA’s dus? Helaas er is een tekort aan goed opgeleide BOA’s en er blijkt steeds meer spanning en onveiligheid te ontstaan wanneer de BOA’s worden ingezet om politie tekorten op te vangen. De Tweede Kamer probeert ondertussen de inzet van de BOA gestroomlijnder te laten verlopen door, 33 jaar na de invoering van de eerste BOA, een visie te ontwikkelen.
En de politie dan?
O’ja de politie. Je zou het blauw op straat bijna vergeten sinds ze geel/zwart geworden zijn.
Sinds invoering van de Politiewet 2012 vind er een driehoeksoverleg plaats om afspraken te maken over de lokale prioriteiten en criminaliteitsbestrijding. Deze driehoek bestaat uit politiechef, officier van justitie en burgermeesters van de gemeenten die onder het korps vallen. Politiekorps Gelderland-Zuid bestaat bijvoorbeeld uit 14 gemeenten (dus ook 14 burgemeesters die de aandacht van de politie vragen).
De gemeenteraad kan hun burgemeester daartoe aansporen. Voor de dagelijkse aansturing van de politie kan de raad de burgemeester wensen meegeven die de burgemeester in de lokale driehoek aan de orde kan stellen.
Voor langdurig beleid kan diezelfde burgemeester een lijstje wensen meegeven wanneer één maal in de vier jaar regiobeleid gemaakt wordt. Dit beleid geldt echter voor een veel groter gebied. Zo valt politiekorps Gelderland-Zuid onder de regionale eenheid Oost-Nederland, die verder bestaat uit IJsselland, Twente, Noord en Oost-Gelderland en Gelderland Midden. In regio eenheid Oost-Nederland vechten zo dus 76 burgemeesters en gemeenten om extra aandacht van de politie. Aandacht die bij toezegging van de politie eerst nog goed gekeurd moet worden door, en niet mag botsen met het beleid van, het ministerie van veiligheid en justitie.
Wat werkt dan wel?
De gemeente waarin het veiligheidsgevoel de afgelopen vier jaar flink toe is genomen bleken Heerlen, Rotterdam en de gehele provincie Zeeland. Wat hebben zij gedaan in het kader van veiligheid criminaliteit en openbare orde? We duiken in hun kadernota’s en wat blijkt? Ze hebben (misschien wel niet werkende) camera’s geplaatst, maar bovenal zijn ze de straten op gegaan. Heerlen, Rotterdam en Zeeland hebben duizenden euro’s geïnvesteerd in jeugdwerkers, buurtregisseurs en verslavingszorg. Niet alleen maar een BOA bonnen laten schrijven maar kijken wat de oorzaak van crimineel en onveilig gedrag is en deze mensen een uitweg bieden.
Grappig; de politieke partijen die in deze gemeenten de dienst uitmaken staan aan totaal verschillende kanten van het links/rechts denken. SGP en diverse lokale partijen maken de dienst uit in Zeeland en in Rotterdam en Heerlen zwaaien respectievelijk een coalitie van VVD,D66,GL,PVDA,CDA,Christenunie en de SP,OPH,VVD,D66,CDA,GL met de scepter. Ja, ook lokaal is versplintering een ding.
Dus?
Op veiligheid campagne voeren is dan misschien een rechts ding, het daadwerkelijk bieden is dat niet zo zeer. Gemengde coalities creëerden voor hun bewoners de afgelopen een extra veilig gevoel door zichtbaar iets aan veiligheid te doen (camera’s ophangen) en in te zetten op preventie door buurt- en jongerenwerkers. Wie een veiligere gevoel in zijn gemeente wilt hebben doet er dus goed aan te stemmen op een partij die op beide inzet.