Verkiezingen worden traditioneel gekleurd door een centraal probleem waar alle politieke partijen zich links en rechts aan spiegelen. Andere thema’s mogen dan ook belangrijk zijn, maar we houden nu eenmaal van een overzichtelijke nieuws-cyclus. Na de roerige jaren van de corona epidemie, waar de vaccies en de wappies elkaar bestookten met groot geschut, waren de Russen aan de beurt. Je zou kunnen zeggen dat Putin eigenhandig Corona heeft opgelost, een dubieuze eer, in het rijtje van Hitler heeft wel Hitler vermoord. Het geel-blauw werd vervangen door het blauw-wit-rood. Er is er plek in onze harten voor een nieuwe tweedeling; die tussen het platteland en de stad.
Laat mij beginnen met een disclaimer -alsof ik stofzuigers bekritiseer op Youtube-. Ik woon niet alleen in een stad, maar erger; in Amsterdam. Hoofdstedelingen zijn arrogante kwasten die niet graag buiten de grenzen van hun stad vertoeven. Ze beschouwen zichzelf werelds, in tegenstelling tot hun landgenoten, en genieten grote bestuurlijke onafhankelijkheid, want het paradijs hoeft niet eindeloos te zijn. In Amsterdam is die grens de A10, alles daarbuiten is Sodom. Overigens heeft nagenoeg ieder land en dergelijke constructie, met uitzondering van Australiƫ en Canada; zij hebben hun hoofstedelijkheid toebedeeld aan onbeduidende gehuchten. Enfin, ik ben dus een type stedeling, zo eentje die in de provincie is geboren, maar zichzelf te goed achte voor het Nederduits, en zich nu op geheugenverlies beroept als het om de contreien gaat. In mijn zeldzame uitstapjes buiten het wonderschone Amsterdam viel het op dat de provinciaal zich boos maakt.
Brabanders, Zeeuwen, Limburgers, Friezen, Overijsselaar en Groningers voelen zich zeer verbonden met hun provincie (meer dan 30%). Ik moest zelf even opzoeken in welke provincie Amsterdam lag. De helft van de bevolking denkt als plattelander door de politiek te worden vergeten en heeft de indruk dat de mening van de randstedeling zwaarder telt. Slechts een op de vijf Nederlanders voelt zich gehoord door de politiek. Politici luisteren niet naar de gewone mensen, aldus de gewone mensen.
De mensen van het platteland, gewone mensen, stikstofliefhebbers, mannen die Jan heten, Christenen met een G, vleeseters, trekkers zonder kenteken, voetbal derbies, een coverband op je bruiloft, onderbuik, carnaval, vogelziekte, op vakantie in eigen provincie, kleiduif schieten en sproeien tijdens een hittegolf. De veronderstelde wijsheid van de gewone burger, die door beleidsmakers zo genadeloos wordt genegeerd, is gebakken lucht. Het is een rechtse wind, een roep naar onveranderlijkheid, het verstoppen onder een steen, de oer-Nederlandse traditie van pas overstag gaan als er geen cent meer aan te verdienen is. Dat klinkt niet chic, en dus blijf je vaag, en wijs je naar de Randstedeling. Zij hebben de regent gesouffleerd dat stikstof een slecht idee is. Mensen die zichzelf informeren zijn immers geen gewone mensen meer.
De kloof tussen platteland en stad zijn vleesvervangers en windenergie. Het is niet dat de provincie zich emancipeert, maar het is de laatste stuiptrek van een slinkende groep die zo gewend is geraakt aan haar zelfbelangrijkheid dat zij zich bijna kan meten aan de Amsterdammer. Bijna.